
Zondag 17 mei. De zondagen zonder kerkdiensten maken mijn weekenden volslagen anders dan vroeger. Deze week las ik in het blad Zin een mooi recept voor een toetje: duindoornpuddinkjes met hazelnoot en likeur. Een recept met pure producten en ik dacht: ‘dat ga ik dit weekend maken’. De zoektocht naar de benodigde ingrediënten was bijzonder. Ik bestelde gedroogde duindoornbessen via internet. Duindoornsap en blanke hazelnoten vond ik in de natuurwinkel. Disaronno amandellikeur kocht ik bij de slijter. Gisteravond had ik een deel van het duindoornsap met de duindoornbessen verwarmd om het vervolgens een nacht te laten weken. Het commentaar was direct al bemoedigend: ‘Waarom stinkt het zo in huis?’
Vanmorgen was ik vroeg op. Een heerlijke morgen voor het bekende ochendritueel, de kou is uit de lucht. Daarna duik ik de keuken in, met schort en al. Ik week de gelatine, verwarm de rest van het duindoornsap met een vanillestokje en meng het met de gemalen hazelnoten, suiker en een snufje zout. Wanneer het lobbig wordt doe ik er 200 ml geklopte slagroom door. Daarna stort ik het in een puddingsvorm en laat het de rest van de dag in de koelkast rusten. Wanneer ik bezig ben met de saus (het sap van gisteren met amandel-likeur en suiker langzaam laten koken) komt Sietske beneden voor het ontbijt. ‘Ik ruik iets giftigs, wat ben je aan het doen?’
Het moment van de waarheid komt bij het avondeten. Spannend! De pudding laat niet los uit de vorm. Jammer, maar ‘as it net kin sa’t it moat, dan moat ik mar sa’t it kin’. Ik schep de pudding dan maar uit de vorm, ze is prachtig van structuur. Vervolgens de saus erover en garneren met gehakte hazelnoten. Het ziet er geweldig uit. Jonas eet altijd eerst met zijn neus. Hij ruikt en gruwt. Ik denk nog: ‘Dat is niet zo bijzonder, hij eet bijna nooit een toetje.’ Sietske doet haar best, maar schuift het na een paar hapjes beleefd opzij: ‘Hinne dit is net te iten, sa soer’. Zelf eet ik dapper mijn toeje op en eerlijk gezegd vind ik het best lekker. Sietske moppert dat ik niet alles moet opeten, er zit te veel slagroom en suiker in. En zo eindigt mijn oprisping van kookkunst voor het grootste deel in de groencontainer.
Ik verlang weer naar gewone zondagen.
Geef een reactie