Preek voor Witte Donderdag 2021 (Lezing uit Matt. 26, 1-16)
We hebben vanavond het gedeelte gelezen over de vrouw die Jezus zalft tijdens de spannendste periode van zijn leven, vlak voordat hij zal worden omgebracht. Een belangrijk verhaal want het wordt genoemd in al de vier evangeliën.
Het verhaal staat ingeklemd tussen twee akelige passages die handelen over strijd en verraad. Voorafgaand horen wij dat de hogepriesters en oudsten onder leiding van Kajafas bij elkaar komen en het besluit nemen om Jezus, vlak voor het Paasfeest, in het geheim op te pakken en te vermoorden.
En na dit verhaal over deze vrouw lezen wij dat Judas Iskariot het helemaal gehad heeft met Jezus. Was hij zó teleurgesteld in Jezus dat hij hem wilde verraden? Wilde hij op deze manier het geld compenseren dat verloren was gegaan aan dure zalf? Had hij het gevoel dat Jezus het rechte pad kwijt was nu hij zichzelf liet verwennen met dergelijke dure parfum? ‘Zijn we onze idealen nu dan helemaal kwijt?’ Wie weet wilde hij Jezus voor erger behoeden en had hij er geen idee van dat het op de dood zou uitlopen?
En tussen deze twee akelige passages over de plannen van Jezus’ tegenstanders en het verraad in eigen kring, staat het verhaal over deze vrouw. Wie de vrouw is, weten wij niet. Waar ze vandaan komt evenmin. Het is een compact verhaal zonder details. Maar de vrouw breekt in in het mannen-verhaal en giet dure olie over Jezus’ hoofd. Voor de aanwezigen was die handeling volstrekt helder. Dat werd gedaan door profeten die bv. een koning zalfden, zoals Samuel dat deed bij koning David. Zij zalft Jezus tot Messias, gezalfde, Christus.
Maar natuurlijk niet op deze manier. Niet door zomaar een vrouw zonder naam. Wat denkt zij wel niet? Dat geld had beter gebruikt kunnen worden voor de armen. Wat een verspilling! Een ware activist zoals Judas vindt zoiets onverteerbaar. Want die zijn altijd serieus, denken overal goed bij na, moeten altijd goed doen. Die kunnen niet zo gemakkelijk genieten van het goede leven.
Deze vrouw doet Jezus een deugd, zo zegt hij zelf. In de zwaarste tijd van zijn leven, weet zij wat hij nodig heeft. Zij geeft hem steun en verzorgt hem; zij bemoedigt en koestert hem. Zij zalft hem tot Messias. Maar tegelijkertijd begrijpt zij dat deze Messias ten onder zal gaan. Ze zalft een Messias die zal lijden. Het is een voorbereiding op zijn dood en sterven. Dit is zalving en balseming ineen!
En de mannen? De mannen vergaderen, maken plannen voor hun eigen belangen. De mannen hebben een grote mond, maar blijken er maar weinig van te begrijpen. Deze vrouw daarentegen praat niet over Jezus, maar komt naar hem en verzorgt hem. Zij verzorgt zijn lichaam voor de zware reis die staat te komen. Wat een verademing.
En de mannen? Zij dromen nog over macht, over pracht en praal. Maar deze vrouw weet dat Jezus kleiner en kleiner zal worden, zal lijden en sterven om de wereld te redden. Er is niets moeilijker dan klein te worden, om los te laten. Er is niets moeilijker dan trouw te blijven aan je eigen weg, zonder gefrustreerd te raken, zonder je aan te passen aan je tegenstander, zonder te worden als de ‘draken’ waarmee je te maken hebt. Jezus gaat deze weg en blijft trouw aan zijn roeping. Deze vrouw begrijp dat, verzorgt en helpt hem om zo stand te houden te midden van de ‘draken’, de machten van dood en verderf. Door hem te zalven vertelt zij haar verhaal: op Hem kun je vertrouwen en je leven bouwen. Hij is de weg, de waarheid en het leven,
Beste mensen, bijna hadden we dit verhaal niet gelezen. Want op het leesrooster van onze kerken staat op de Witte Donderdag het verhaal over de voetwassing uit het Johannesevangelie. Hoe mooi dat verhaal ook is, toch heeft het ook iets wrangs. Jezus zegt toch niet voor niets: ‘Ik verzeker jullie, waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd zal worden, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat ze gedaan heeft.’ Ter herinnering aan haar!
Is het niet wat apart dat wij vaak wel de verhalen kennen over Kajafas en de Joodse leiders? Dat het verraad van Judas in ons collectieve geheugen gegrift staat en dat wij weten van de ‘zilverlingen’? Dat wij keer op keer lezen dat alle leerlingen Jezus in de steek lieten en wel allemaal onthouden hebben dat Petrus drie keer uit angst ontkende dat hij Jezus kende?
Maar dit verhaal is vaak in de schaduw gebleven. Zo kunnen wij, op deze avond van gedenken, het verhaal van deze vrouw die Jezus een deugd deed zomaar vergeten. En op die manier vergeten wij ook maar al te snel de mensen in deze wereld die geen naam krijgen, die maar gewoon en klein zijn, de mensen die geen grote verhalen ophangen, maar doen wat gedaan moet worden. De mensen die zien waar een ander behoefte aan heeft, de mensen die God verzorgen en als het ware op handen dragen.
Deze vrouw staat model voor alle mensen in de geschiedenis die God verzorgen en op handen dragen. Namen die niet in de geschiedenisboeken terecht komen. Het mag geen naam hebben. Maar de hele kerkgeschiedenis door heeft de kerk het juist moeten hebben van deze vrouwen, van deze mannen.
Wij denken misschien dat de geschiedenis gevormd wordt door belangrijke mensen. Vergeet het maar! De aarde draait nog omdat er zoveel mensen zijn die goed doen in het verborgene. Want de meeste mensen deugen immers. Kerk en wereld leven bij de gratie van deze zogenaamde ‘gewone’ mensen die in het verborgene doen wat gedaan moet worden: zorgen en verzorgen. Van mensen die God op handen dragen en die op hun beurt door God gedragen worden (of ze het willen weten of niet).
Op deze avond van gedenken, vergeten wij deze vrouw en allen die zij vertegenwoordigt niet. Zoals Jezus het zei bij zijn zalving: ‘Ik verzeker jullie, waar ook ter wereld het goede nieuws verkondigd zal worden, zal ter herinnering aan haar verteld worden wat ze gedaan heeft.’
Amen.