Na de vespers word ik door een van de monniken, vader Justin, aan de mouw getrokken. Ik schrik ervan, want to nu toe heb ik geen contact gehad met de monniken. Of ik meega om iets te drinken. We lopen nu door het deel van het klooster dat niet open staat voor publiek. Een wirwar van gebouwen, steegjes en trappen. Bij het woongedeelte van de monniken bevindt zich een ‘koffiekamer’ met banken in het rond. Tot mijn verrassing is er om vijf uur in de namiddag, na de viering, een moment van mienskip, van gemeenschap onder het genot van koffie, thee en chocoladecake. Net zoals bij ons op klooster Westerhûs! Met de monniken zit ik in de kring. Er volgt geen introductie maar onderling, twee aan twee, wordt zachtjes gesproken. Vader Justin vertelt mij iets over de cake, gebakken door een van de monniken die dit recept al heeft geleerd als bakkerszoon. Ik vraag hem voorzichtig of een fles Boomsma Beerenburger, die ik als cadeau heb meegebracht, gepast is en in de smaak zou vallen. Hij reageert verrukt. Jazeker, op zon- en feestdagen drinken ze na de viering graag een borreltje.
Na de mienskip krijg ik een rondleiding door de legendarische bibliotheek. Het is werkelijk ongelofelijk hoeveel manuscripten in een diversiteit aan talen van vóór de boekdrukkunst hier bewaard zijn gebleven: in het Grieks, Latijn, Syrisch, Armeens, Georgisch, Ethiopisch en Arabisch. Het oudste en belangrijkste geschrift, de codex Sinaiticus, bevat het oudste volledige Griekse exemplaar van het Nieuwe Testament en wordt gedateerd op het jaar 350. Deze codex is echter door de Duitse bijbelwetenschapper von Tischendorf voor onderzoek meegenomen naar Europa. Hij heeft de codex nooit teruggebracht maar als geschenk overhandigd aan de tsaar van Rusland. Die heeft de codex in 1933 verkocht aan British Library in London. De monniken van het St. Catharina klooster spreken nog altijd van kunstroof en eisen dat de codex terugkeert naar de Sinaï.
Daarna luister ik, op het dakterras van het klooster, naar de vele verhalen van vader Justin, vooral over ‘zijn’ bibliotheek maar ook over de Orthodoxe ‘mienskip’ in bredere zin. Het klopt dat de gasten die ik hier in het klooster ontmoet bijna zonder uitzonderling Oosters Orthodoxe gelovigen zijn: uit Griekenland, Rusland, Egypte en Jordanië. Vooral veel gasten uit Rusland. Er is een dagelijkse vliegverbinding tussen Moskou en Sharm El-Sheik. Meer en meer Russen wonen in de steden aan de Rode Zeekust. Volgens vader Justin biedt Egypte een veilige plek voor de kinderen om op te groeien, ver van alle slechte invloeden van een stad als Moskou. Ik vermoed dat het vooral voor hun vaders hier in Egypte een stuk veiliger is!
Vader Justin laat merken blij te zijn met de Russen en met de plek van Rusland in de wereldpolitiek. Ik laat het liggen, hoop er meer over te horen. Maar hij doet er het zwijgen toe. Een dag later hoor ik hierover meer wanneer ik uitgebreid kan spreken met een groep Arabische Christen uit Jordanië (zie foto). Het zijn pelgrims die me heel vriendelijk in hun kring opnemen. En ze willen graag vertellen hoe de wereld er voor hen uitziet. Kort door de bocht komt het hier op neer. Het Westen is niet meer Christelijk en bekommert zich niet om de positie van Christenen in het Midden Oosten. Ze steunen Israël met kennis, financiën en wapens. De Christenen in Gaza, op de Westbank en in heel de Arabische wereld worden vermorzeld in de strijd tussen de Islamitische wereld en het pact tussen de Westerse wereld met Israël. Maar Rusland neemt het op voor de Orthodoxe Christenen, ook in het Midden Oosten. Bovendien stopt Rusland de verderfelijke Westerse morele invloeden van zedeloosheid en secularisatie. De oorlog in Oekraïne is daarbij vergeleken een ‘minor issue’.
En dan nog een stap verder als het om kerkelijke mienskip gaat. Vader Justin is zo wijs om het niet op de spits te drijven, maar de Christenen uit Jordanië nemen geen blad voor de mond. Natuurlijk hebben zij weet van de Rooms Katholieke Kerk en de Protestantse kerken. En met alle respect, zo zeggen ze tegen mij, maar de familie van Orthodoxe kerken vertegenwoordigen de ware kerk. Die gaan met hun traditie en liturgie, die nooit veranderd of gecorrumpeerd is, rechtstreeks terug op de kerkvaders, de apostelen en op Jezus zelf. Ze hopen dat de Rooms Katholieke Kerk en de Protestantse kerken dit ooit zullen inzien en terugkeren in de schoot van de ware kerk van Christus.
Tsja, daar kan ik het mee doen. Ik noem ons bij Nijkleaster soms post-oecumenisch. Daar bedoel ik mee dat we kijken naar het leven en (niet-) geloven van de individuele mensen en in eerste instantie niet naar hun kerkelijke of religieuze herkomst. Hier ontmoet ik vooral een pre-oecumenische houding.
Geef een reactie