Preek voor de Jacobijner Noen op zondag 26 nov. 2017
Lezing: Lucas 8: 19-21/11: 27-28
Mienskip
Gemeente van Christus, bêste minsken,
1.
We doen onze inkopen via internet; we hebben onze contacten en vrienden op Facebook; we verzamelen onze informatie via Google (en vertrouwen daar vaak blind op); we vinden entertainment bij Apple; we spelen spelletjes via de Playstation, Xbox en Nintendo: Fifa, Call of duty, Wii sports; we communiceren om het leven via Messenger, What’s app en Telegram. We zijn de levende getuigen van de revolutie die het wereldwijde web aan het bewerkstelligen is. En het staat nog maar in de kinderschoenen! Daar komt bij dat de vorige revolutie op media gebied ook al een geweldige impact heeft gehad op onze samenleving, namelijk de opkomst van de TV. Als ik ’s avond door ons kleine dorpje Jorwert wandel, dan zie ik werkelijk overal de flikkering van de TV beeldschermen.
Dit wil zeggen dat we steeds meer onszelf kunnen redden én thuis kunnen redden. Of het nu gaat om inkopen en boodschappen doen, om het verkrijgen van informatie, het doen van spelletjes, onze communicatie. We hoeven niet beslist meer naar de winkel, de sportvereniging, het café, een gespreksgroep of naar de kerk. We zijn zelfstandiger, individueler, rijker en beter geïnformeerd dan voorheen. Het leven is gemakkelijk geworden. En tegelijk zijn we eenzamer en armer op een ander nivo. Er is sprake van een keuzestress vanwege alle mogelijkheden en informatie. Een burn-out wordt een algemeen maatschappelijk fenomeen, ook al op jonge leeftijd. En het wordt steeds ingewikkelder om onze plek te vinden in onze maatschappij vol gemak. Je moet bijna een geleerde moet zijn om je eigen weg daarin te vinden. Ruim een miljoen mensen in Nederland slikken antidepressiva.
2.
Staat hier nu een cultuurpessimistische dominee? Een dominee die, net als vroeger, staat te oreren hoe slecht ‘de wereld’ wel niet is? Dat je je moet afkeren van de wereld en moet toekeren naar het geloof? Nee, ik hoop en geloof van niet. Ik denk dat het moderne leven ons veel perspectief en uitdaging biedt. Er is bovendien geen reden om het verleden te idealiseren. Alsof het toen allemaal zo goed was. Ik vind het geweldig dat we zelfstandig zijn en veel mogelijkheden hebben. Dat we informatie hebben via een klik met de muis en volop kunnen communiceren. En ik doe er zelf graag aan mee.
Maar ik heb wel veel zorgen over de ontwikkelingen. Naast alle uitdagingen en mogelijkheden kunnen we ons zorgen maken over het welzijn van mensen in onze maatschappij. Ook over ons geestelijke welzijn. Want er is altijd wel iets te doen, een uitdaging, een mogelijkheid. Altijd die drukte, stress, keuzes, mogelijkheden. En dan het voortdurende geluid, het lawaai. Hoeveel kunnen we aan, hoelang houden we het vol, waar ligt de grens en hoe vinden we de balans?
Ik geloof dat er een groot verlangen in onze (Friese) maatschappij is naar die balans. Het thema mienskip is een uitdrukking van een verlangen. Mienskip is het centrale begrip van Kulturele Haadstêd 2018 en het thema van deze serie Noen-diensten. Eerlijk gezegd word ik van het gebruik van die term Mienskip vaak wat verdrietig. Het wordt gebruikt om Fryslân speciaal te maken, wij zijn een volk van mienskip. Ik ben sceptisch over dergelijke borstklopperij. Wij zijn net zo geïndividualiseerd en geseculariseerd als de rest van Nederland en West Europa. Nee, het gebruik van de term slaat eerder op het verlangen naar mienskip, naar gemeenschap, naar de menselijke maat, naar een goede balans tussen individu en gemeenschap.
3.
Jezus zegt in de evangeliën zo nu en dan pijnlijke woorden over de hoeksteen van onze samenleving, de basisvorm van gemeenschap, nl. het gezin. Hij zegt in de lezing van vandaag dat zijn ‘mienskip’ niet ligt in de verbinding met zijn gezin en familie. ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar leven’ (Lucas 8:21). Ai, hoe moet dat gevoeld hebben voor zijn moeder en broers die met hem wilden spreken?
Waar het vandaag om draait is het volgende. Los van de familie waarin we met onze geboorte nu eenmaal geworpen zijn, kunnen we zoeken naar mienskip op andere gronden. En dat gebeurt volop in onze maatschappij. Mensen zoeken weer naar nieuwe vormen van samenwonen en samenleven. Ze doen dan op grond van leeftijd, ideaal of ideologie. Ook in de wereld van kerk en geloof wordt gezocht naar nieuwe vormen van mienskip. Opvallend is dat juist in de Protestantse wereld volop geëxperimenteerd wordt met nieuwe vormen van samenwonen, in nieuwe kloosters. Deze internationale beweging heeft de naam New monasticism gekregen, in het Fries: Nijkleaster beweging. Zelf ben ik intensief betrokken bij Nijkleaster in Jorwert. Wij verlangen naar een vorm van gemeenschap en samenwonen met mensen die proberen naar het woord van God te luisteren en een weg zoeken om ernaar te leven. Onze beweging is deel van een verlangen naar mienskip. Dat is niet iets van Friesland alleen, maar het speelt internationaal. Namelijk om plekken te creëren waar wordt samengewoond, samengewerkt, samen gebeden en waar doorlopend gastvrijheid wordt aangeboden.
Dergelijke plekken zijn niet zozeer bedoeld als kritiek of aanval op de bestaande kerk of de huidige maatschappij. Ze zijn bedoeld als plek om de balans te vinden. Om veiligheid te bieden tegen alles wat ons vandaag de dag overspoelt. Om een oefenplek voor gemeenschap te zijn. Een plek van stilte, bezinning en verbinding in een maatschappij die de neiging heeft op hol te slaan. In deze nieuw monastieke beweging gaat het om het verlangen naar mienskip, zonder de waarde van individualiteit te verliezen. Mienskip is meer dan dingen samendoen, het gaat ook om de ‘mienskip’ met jezelf en met God. Voor Jezus was de basis van gemeenschap deze: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar leven. Hij gebruikt er zelfs een zaligspreking voor: ‘Zalig die het woord van God horen en het bewaren’. Amen
ds. Hinne Wagenaar
Lezingen:
Lucas 8: 19-21
Zijn moeder en zijn broers kwamen naar hem toe, maar ze konden niet bij hem komen vanwege de menigte. Zijn toehoorders zeiden tegen hem: ‘Uw moeder en uw broers staan buiten, ze willen u spreken.’ Maar hij antwoordde: ‘Mijn moeder en mijn broers zijn degenen die naar het woord van God luisteren en ernaar handelen.’
Lucas 11: 27-28
Terwijl hij dit zei, verhief een vrouw uit de menigte haar stem en riep tegen hem: ‘Gelukkig de schoot die u gedragen heeft en de borsten waaraan u gedronken hebt!’ Maar hij zei: ‘Gelukkiger zijn zij die naar het woord van God luisteren en ernaar leven.’
Lukas 8: 19-21(Frysk)
19 Syn mem en syn bruorren sochten Him ris op. Se koenen lykwols fanwegen de kloft minsken net by Him komme. 20 Doe waard Him trochdien: Jo mem en Jo bruorren steane bûtendoar en wolle mei Jo prate. 21Mar Hy antwurde: Myn mem en myn bruorren binne hja dy’t nei Gods wurd hearre en dêrnei dogge.
Lukas 11: 27-28 (Frysk)
27 Doe’t Er sa oan it wurd wie, rôp in frou út ’e mannichte lûd: Segene de mem dy’t Jo droegen en oan it boarst hân hat. 28 Mar Hy sei: Segene binne earder dy’t nei Gods wurd harkje en har deroan hâlde.
Geef een reactie